Inleiding
In hun opleiding verwerven maatschappelijk werkers een brede en onderbouwde kennis op het gebied van sociaal en beroepsonderwijs.
Maar het beroep van maatschappelijk werker verandert. Digitale media maken nu deel uit van het dagelijks leven van mensen en zo breidt het takenpakket van maatschappelijk werkers en jeugdwerkers zich ook uit naar de digitale wereld.
Met dit project willen we de verwerving van beroepsrelevante theoretische kennis uitbreiden en de overdracht en implementatie ervan in de praktijk ondersteunen. De nadruk ligt daarbij vooral op het verbeteren en ontwikkelen van de persoonlijke vaardigheden van jongerenbegeleiders en maatschappelijk werkers op het vlak van digitalisering.
Internet - dat wil zeggen spel, plezier, amusement, communicatie, netwerken en informatie. Maar het brengt ook risico's en gevaren met zich mee. Daarom moeten maatschappelijk werkers ook leren kinderen en jongeren te begeleiden in het gebruik van het internet, hen te adviseren, te sensibiliseren, op te voeden en jongeren holistisch te versterken. Het internet als nieuw actieterrein op het gebied van maatschappelijk werk stelt hen voor extra nieuwe uitdagingen.
Het project "Pornografiecompetentie in het dagelijks maatschappelijk werk" behandelt de gevolgen en problemen van internetpornografie en sexting[1] in het maatschappelijk werk van alledag. Door de verspreiding van het internet zijn beelden over erotiek en seksualiteit en is pornografie vandaag toegankelijk geworden voor een breed publiek. Pornografie kan nu op elk moment onbegrensd geconsumeerd worden en sociale taboes, grijze zones van de legaliteit en de angst om ontdekt te worden weerklinken wel maar evolueren mee.
Studies[2] wijzen erop dat ongeveer 48 procent van de internetgebruikers tussen 11 en 16 jaar al porno heeft gezien, want ook kinderen en jongeren komen steeds vaker op pornosites terecht ook wanneer ze niet gericht surfen op het internet .
"Er wordt veel gespeculeerd over seksuele gedragingen en seksuele ervaringen van jongeren in offline- en online werelden, vooral met het oog op risico's en gevaren die ze daarbij lopen. Alarmerende publieke debatten staan daarbij tegenover tamelijk dedramatiserende kerngegevens over seksualiteit onder jongeren. Vele gedetailleerde vragen over hoe jongeren van beide geslachten omgaan met de diverse vormen van seksuele ontwikkeling in hun respectieve omgeving, en vooral welke aspecten, voorwaarden en middelen (online en offline) zij daarbij ervaren als bijzonder behulpzaam en gunstig voor hun seksuele welzijn, zijn tot op vandaag empirisch open gebleven"[3].
Hoewel de seksualiteit van adolescenten de laatste decennia in principe nauwelijks is veranderd, kunnen digitale media toch ook een grote invloed hebben op de seksuele ontwikkeling van jongeren.
Jongeren hebben een open en nieuwsgierige houding en ze verkrijgen via het internet meestal snel antwoord op hun brandende vragen. Daarbij komt dat zij worden geconfronteerd met "seksueel geweld", en met "grooming"[4] en "sexting" als gevolg van de gemakkelijke toegang tot pornografisch materiaal.
Jongerenbegeleiders en maatschappelijk werkers worden als gevolg daarvan steeds vaker opgeroepen om zich niet alleen kritisch te gaan bekommeren over het omgaan met internetverslaving, het probleem van overmatig gebruik van online games, het cyberpesten, maar ook met internetporno en sexting. De behoefte aan degelijk advies in deze is werkelijk groot. Gespecialiseerde vaardigheden zijn hierbij van essentieel belang om met name jongeren en kansarme bevolkingsgroepen te ondersteunen, opdat zij de kansen en mogelijkheden van de digitale media effectief en steeds beter zouden kunnen benutten en om hen anderzijds te leren op een bewust verantwoorde wijze met nieuwe technologieën te kunnen omgaan.
Het doel van dit project is om jongerenbegeleiders en maatschappelijk werkers te versterken om de nieuwe taken en uitdagingen die hen wachten op het gebied van nieuwe technologieën deskundig te kunnen vervullen en om verantwoordelijkheid op te nemen, met name waar het gaat om taboevraagstukken zoals internetpornografie.
Dit Handboek biedt materiaal, discussieplannen en oefeningen en ondersteunt maatschappelijk werkers met werkzame suggesties en gedachten die ze graag in hun werk zullen willen opnemen.
Het opbouwen van duurzame relaties tussen maatschappelijk werkers, jongerenbegeleiders en de mensen voor wie ze zorgen is van fundamenteel belang voor elk maatschappelijk werk.
Maar hoe kunnen relaties in het kader van maatschappelijk werk bewust tot stand komen of vorm krijgen, met name als het gaat om taboevraagstukken zoals internetporno? Welke houding, welke voorkennis en welke competenties hebben jeugdwerkers nodig om veilig en kritisch te kunnen omgaan met de digitale technologieën die gebruikt worden voor informatie-, communicatie- en probleemoplossingsstrategieën op alle gebieden van het leven?
Voorwaarden daartoe zijn een open houding, de nieuwsgierigheid om nieuwe dingen te leren en uit te proberen en de bereidheid van de jongeren om te leren. Waardering, aanvaarding en empathisch vermogen zijn noodzakelijk én de knowhow om dieper gravende gesprekken en grondige discussies te voeren.
Hoe beter de basis is van kinderen en jongeren om met volwassenen te praten en hoe meer zij op de hoogte zijn van mogelijke risico's, des te beter zijn zij ook beschermd. De filosofische dialoog biedt hiervoor uitstekende mogelijkheden. Daarenboven gaat het hierbij om het versterken van de persoonlijkheid en het bevorderen van het autonoom denken. Doel is het bevorderen van kritisch, creatief en gevoelig zich inlevend ("caring thinking") denken om zo een veilig, kritisch en verantwoord gebruik van de digitale technologieën mogelijk te maken.
Hoe kan de eigen persoonlijkheid vooral bij kinderen en jongeren worden versterkt, zodat zij als adolescenten kritisch en niet al te makkelijk beïnvloedbaar zijn en hun eigen weg kunnen vinden in de digitale samenleving? Hoe kan hun actieve participatie worden aangemoedigd? Hoe kan bij hen een gezonde pornografiegerelateerde mediacompetentie bevorderd worden en concreet in de praktijk gebracht?
Het filosoferen kan er bijvoorbeeld toe bijdragen om met jongeren in contact komen en bij hen toegang te vinden ook in geval van seksistische uitspraken en grensoverschrijdend gedrag. Het gaat erom jonge mensen ernstig te nemen en zich ook met de inhoud van hun uitspraken concreet in te laten; het gaat om een zich toenaderen en om een thematisering in een taal die past bij hun leeftijd. Respectvolle interactie met elkaar is hierbij uiterst belangrijk en staat centraal.
Filosofie helpt tenslotte ook bij het voorbereiden van proceduredebatten om de betrokkenen duidelijk te maken welke de voorwaarden en gevolgen van hun eigen standpunten zijn. Als dit gelukt en de aangesproken partij zich in een consistent en weloverwogen positie weet te bevinden, kan dit leiden tot een blijvende verandering.
Het feit dat jongeren een stem krijgen en de nadruk wordt gelegd op het bespreken en uitwisselen van ideeën in het kader van de filosofische dialoog, draagt bij tot het versterken van hun kritische houding en hun zelfvertrouwen. Via het versterken van hun sociale en reflectieve vaardigheden worden hun zelfbeschermingscompetenties en hun bekwaamheid die te gebruiken in hoge mate bevorderd.
De filosofische dialoog maakt deel uit van een totale holistische methode tot gezondheidsbevordering waarbij preventieboodschappen actief ondersteund worden en die kunnen worden geïnitieerd in het kader van vroegtijdige preventie.
"Seksuele gezondheid is onlosmakelijk verbonden met algemene gezondheid, welzijn en levenskwaliteit. Het is een toestand van een zich fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welbevinden in relatie tot seksualiteit en niet alleen de afwezigheid van ziekte, disfunctie of fysische gebreken.
Seksuele gezondheid vereist een positieve en respectvolle houding ten aanzien van seksualiteit en van seksuele betrekkingen en de mogelijkheid van aangename en veilige seksuele ervaringen, vrij van elke dwang, discriminatie en geweld. Seksuele gezondheid kan alleen worden bereikt en behouden als de seksuele rechten van alle mensen worden gerespecteerd, beschermd en vervuld.
Er moet nog veel worden gedaan om ervoor te zorgen dat dit in het gezondheidsbeleid en in de gezondheidspraktijk zou worden erkend en zich erin weerspiegelt. “ [5]
Niet weinig jongerenwerkers erkennen dat de doelstellingen van seksuele gezondheid door de toenemende “pornografisering” van de jeugdige leefwerelden in gevaar zijn.
Het hier voorliggende handboek “Living Together” bevat materiaal om maatschappelijk werkers te ondersteunen in interactie, communicatie en counseling en om hen verschillende interventiemogelijkheden te tonen. Het doel is hen ook de meest uiteenlopende impulsen te geven die contactnemen mogelijk maken en relaties door interactie verdiepen.
Om de pornografische competentie bij maatschappelijk werkers en jongerenbegeleiders te bevorderen is daarbij echter ook een zeer individuele interpretatie en concretisering nodig - aangepast aan context en aan doelgroep.
"Living together" bevat introducties, oefeningen, discussieplannen en tenslotte collecties van films, foto's, gedichten, liederen, artikelen en strips over de respectievelijke onderwerpen: empathie, verantwoordelijkheid, respect, lichaam, transgender, queer, liefde, realiteit versus virtualiteit, vriendschap, waarneming,
[1] Eigen naaktfoto's versturen en uitwisselen via internet en gsm,heet "sexting" (een combinatie van "sex" en "texting").
[2] https://www.nspcc.org.uk/services-and-ressources/2016/i-wasnt-sure-it-was-normal-to-watch-it/
[3] Döring, Nicola: Jugendsexualität heute: Zwischen Offline- und Online Welten. http://nicola-doering.de/wp-content/uploads/2016/11/D%C3%B6ring-2016-Jugendsexialit%C3%A4t-heute-YOLO.pdf
[4] Door te chatten winnen mannen steeds meer het vertrouwen van kinderen en jongeren met als doel seksuele intimidatie of seksueel misbruik.
[5] http://www.euro.who.int/de/health-topics/Life-stages/sexual-and reproductive-health/news/2011/06/sexual-health-throughout-life/definition